Tuchtrechter: geen straf advocaten SRK ondanks eis Haagse deken

Rechtsbijstandverlener SRK steggelt al anderhalf jaar met de advocatenorde over het wijzigen van beroepsregels. De toezichthouder meent dat SRK niet op die beleidswijzigingen vooruit mag lopen, en werd daarin door de tuchtrechter in gelijk gesteld.

77gjzXloiwPmFzuUXcBUetJvE_k.webp

In het kort:

  • De tuchtrechter legt geen sanctie op aan tien advocaten van SRK.
  • De Haagse deken had een klacht ingediend voor het overtreden van de beroepsregels en vroeg om een officiële waarschuwing.
  • Die beroepsregels stonden al enige tijd ter discussie en zijn vorige week op de schop gegaan.

Tien advocaten van rechtsbijstandverlener SRK krijgen geen straf van de tuchtrechter. Hun toezichthouder, de Haagse deken, had gevraagd om een officiële waarschuwing tegen de juristen voor het overtreden van de beroepsregels. Maar de Raad van Discipline gaat daar niet in mee omdat die regels op korte termijn op de schop gaan.

De zaak is een hoofdstuk in een langlopend conflict tussen SRK en de landelijke Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA). De rechtsbijstandverlener steggelt al anderhalf jaar met de advocatenorde, omdat de beroepsregels voorschrijven dat advocaten alleen externe diensten mogen verlenen als ze in dienst zijn bij bedrijven waar de meerderheid van het bestuur uit beroepsgenoten bestaat. Of als klanten een rechtsbijstandverzekering hebben, sinds enkele jaren een uitzondering op de regels.

SRK wil via dochterbedrijf BrandMR juist mensen zonder rechtsbijstandverzekering tegen een vast tarief juridische bijstand leveren met de eigen advocaten. Tot op heden is dat dus verboden. Toch zette SRK haar advocaten op de site van BrandMR, in afwachting van mogelijke regelwijzigingen door de NOvA.

De Haagse deken, de lokale toezichthouder van de betrokken advocaten, wachtte die ontwikkelingen niet af en stelde begin dit jaar een onderzoek in naar de advocaten van SRK. Die zouden ten onrechte op de site genoemd zijn als advocaten van BrandMR. Dat leidde eerder dit jaar tot aanpassingen op de website, maar dat was in de ogen van deken niet genoeg. Die diende daarop een officiële klacht in bij de tuchtrechter, met de eis daarbij dat de advocaten een officiële waarschuwing zouden moeten krijgen.

Ondertussen kondigde de NOvA eind vorige week een experiment aan waarbij de advocaten juist wél werkzaamheden mogen gaan uitvoeren voor BrandMR. De orde zette daarmee — onder druk van de politiek en kartelwaakhond ACM — een eerste stap in het openbreken van de markt voor advocaten. Bovendien startte SRK zelf een rechtszaak tegen de NOvA, omdat de beroepsregels in strijd zouden zijn met de concurrentieregels.

Deken in het gelijk, geen sanctie

De tuchtrechter geeft de Haagse deken wel gelijk in het indienen van de klacht: als toezichthouder heeft deze 'in beginsel een plicht om de regels te handhaven'. Dat de betroffen regels ter discussie stonden, maakt dat niet anders. De Haagse deken eiste echter bij de klacht een officiële waarschuwing voor de betrokken advocaten, maar daar gaat de tuchtrechter dus niet in mee.

In de beslissing zegt de Raad van Discipline dat 'het bezwaar van de deken ook moet worden bekeken tegen de achtergrond van ontwikkelingen op het gebied van de mogelijkheid voor rechtsbijstandsverzekeraars om in de toekomst niet-verzekerden bij te staan.'

SRK: 'Teleurstellende uitspraak'

De advocaten kunnen nog beroep aantekenen tegen de uitspraak van de tuchtrechter. SRK-directeur Peter Hoitinga zegt dat ze daar nog over nadenken. De tuchtklacht van de deken was ingediend tegen de individuele advocaten, SRK en BrandMR vallen niet onder die regels.

'We vinden dit een teleurstellende uitspraak, zeker in het licht van het recent aangekondigde experiment', zegt Hoitinga. Volgens hem kan er 'geen enkele verwarring' zijn over de manier waarop de advocaten van SRK op de website van BrandMR staan vermeld.

De Haagse deken Arjen van Rijn laat weten 'blij' te zijn met de uitspraak, ook al had hij ook om een sanctie gevraagd. 'De rechter heeft vastgesteld dat ik de plicht heb om te handhaven als regels worden overtreden', stelt de toezichthouder. Dat hij daarvan mag afwijken, beaamt hij. 'Maar er waren hier geen bijzondere redenen om dat te doen, wij gaan uit van de bestaande regels en dat doen we bij alle advocaten.' Ook de deken denkt nog na over het instellen van beroep.