Onderzoek: Concurrentiebeperkende advocatenregels bezorgen consumenten economische schade

Uit onafhankelijk onderzoek* uitgevoerd door SEO Economisch Onderzoek in opdracht van Brandmeester blijkt dat consumenten schade ondervinden van de bepalingen in de Verordening op de Advocatuur (VODA) zoals die zijn opgesteld door de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA). De bepalingen houden een gezonde marktwerking tegen en daarmee de mogelijkheid van een betere prijs-kwaliteitverhouding voor rechtzoekenden. Ook komt uit het onderzoek naar voren dat de bepalingen resulteren in marktbescherming van huidige aanbieders. En dat terwijl de bepalingen oorspronkelijk juist bedoeld waren om de kwaliteit van de advocatuur te bewaken. Met andere woorden: de bepalingen dienen eerder het belang van de traditionele uurtje-factuurtjeadvocaat dan dat van rechtzoekende consumenten. Het onderzoek laat verder zien dat de VODA-bepalingen de toetreding van nieuwe aanbieders en innovatie van de markt blokkeren en zo de toegang tot het recht beperken.

Nieuwe toetreders zorgen voor een betere toegang tot het recht

Het onderzoek toont het maatschappelijk belang van marktwerking binnen de advocatuur voor consumenten. Het bedrijfsmodel van nieuwe toetreders die advocatendiensten tegen een vaste prijs aanbieden, is even relevant als de huidige dienstverlening aan particulieren van klassieke advocatenkantoren. Toelating van innovatieve dienstverleners als Brandmeester (een label van SRK Groep) leidt tot een toename in concurrentie in het juridische domein. Huidige aanbieders krijgen de prikkel om een betere prijs-kwaliteitsverhouding aan te bieden wat weer in een beter en diverser aanbod voor consumenten resulteert. Daarmee wordt de toegang tot het recht verbeterd, met name voor de middeninkomens.

Infographic BMR-SEO.jpg

Concurrentiebeperking schaadt rechtzoekenden

Uit het onderzoek dat werd gehouden onder rechtzoekende consumenten blijkt dat de huidige beperkingen van de VODA het consumentenbelang schaden. Deze lopen immers voordeel mis. Gesteld dat de beperking uit de VODA niet zou bestaan en Brandmeester advocaten in zou mogen zetten, zou het consumentensurplus[1] naar verwachting met zo’n tien procent toenemen. Deze inschatting volgt uit de in het onderzoek gekwantificeerde consumentenwaardering van de verschillende kenmerken van de dienstverlening, zoals de prijs, de kwaliteitsscore, het aantal fysieke afspraken en de behandeling door een jurist of advocaat in geval van een gelijkwaardige dienstverlening door verschillende aanbieders. De VODA-beperking beschermt de huidige aanbieders en beperkt daarmee potentiële toetreders tot de markt. Voor de consument resulteert dit in lagere baten en hogere kosten.

Blokkerende regels houden innovatie Brandmeester tegen

De advocaten verenigd in de NOvA hebben een beslissende invloed op de markt voor advocatuur. Het college van afgevaardigden binnen de NOvA heeft een gedelegeerde bevoegdheid uit de Advocatenwet om de Verordening op de Advocatuur uit te werken. Hiermee hebben zij de bevoegdheid om hun eigen (markt)regels te bepalen ondanks het eigen economische belang. Daarnaast geeft het de NOvA de bevoegdheid om op de regels toe te zien en deze te handhaven.

Eerdere pogingen om de NOvA tot modernisering te manen hebben tot niets geleid. Op basis van een klacht van het in 2019 opgerichte Brandmeester heeft de ACM in februari van dit jaar nog een verkennend onderzoek gedaan naar de NOvA. De klacht is voorlopig geparkeerd onder voorwaarde dat de NOvA de regels van de VODA gaat aanpassen. Brandmeester stapte tevens naar de rechter zodat er inmiddels ook een civiele procedure loopt tegen de NOvA en de Haagse Orde van Advocaten met als inzet de vernieting van de concurrentiebeperkende bepalingen uit de VODA.

Overheidsingrijpen bij onvoldoende voortgang

Ook bij minister Sander Dekker van Rechtsbescherming en in de Tweede Kamer staat de beperkende regelgeving in de belangstelling. Zo heeft minister Dekker de NOvA diverse malen gemaand tot aanpassing van de regels. Naar het oordeel van de Kamer gaat dit niet snel genoeg. Op de laatste dag voor het zomerreces van de Tweede Kamer (juli 2020) is een motie van Jeroen van Wijngaarden (VVD) en Chris van Dam (CDA) aangenomen door een meerderheid van de Kamer. Hierin verzoekt de Tweede Kamer de minister van Rechtsbescherming zelf het initiatief te nemen om de wet- en regelgeving omtrent de advocatuur aan te passen als de NOvA onvoldoende haast maakt met de modernisering van de regels.

* Het representatieve onderzoek (‘De impact van nieuwe toetreders op de markt voor particuliere rechtsbijstand’ – Christiaan Behrens, Erik Brouwer, Ellen van ’t Klooster met medewerking van Gerben de Jong, Amsterdam september 2020, SEO-rapport nr. 2020-59, ISBN 978-90-5220-086-6) werd in augustus 2020 in opdracht van Brandmeester uitgevoerd door SEO Economisch Onderzoek. Het bestaat uit analyse van bestaande wetenschappelijke literatuur, een kwantitatieve analyse onder 1.537 respondenten van 20 tot 75 jaar en een kwalitatieve analyse onder diverse stakeholders in de markt.

[1] Het consumentensurplus is het verschil tussen de betalingsbereidheid van de consument en de verkoopprijs.